Sjors van der Panne

Delen:

De hedendaagse chansonnier van Nederland wordt hij wel genoemd, en geroemd om zijn stem en mooie liedjes. Met zijn nieuwe single Dan Maken We Het Land wil Sjors van der Panne zijn Nederpopland opnieuw verbinden en geeft alvast een voorzet. 

Dan Maken We Het Land is een liedje met een boodschap; het roept op tot verbinding, legt Sjors uit. “De laatste jaren, en nog meer in deze rare tijd, verliezen mensen elkaar nogal eens uit het oog. Fysiek, maar ook op geestelijk vlak, door tegenstellingen die steeds groter lijken te worden. We worden steeds kritischer op elkaar, in groepen verdeeld, terwijl we toch bij elkaar horen. Vluchtelingen, Black Lives Matter, de LHBTIQ+ community… Ik wil dat iedereen zich weer welkom voelt in Nederland. Maar daarvoor moet het land weer gemaakt worden, gerepareerd dus. We hebben alle ingrediënten die daarvoor mogelijk zijn. Nu wordt het tijd voor actie.” Hij schreef het liedje zelf, samen met zijn vaste bandlid Janos Koolen, die de instrumenten inspeelde en het nummer produceerde. 
Met zijn nieuwe muziek gaat Sjors door in de richting die hij jaren geleden insloeg: als nieuwe chansonnier van Nederland, in zijn moerstaal. Een combinatie van dat aloude chanson en Nederpop. Vooral móóie liedjes wil hij maken. En altijd zingen, want daar wordt hij gelukkig van. Hij wil vooral mensen raken en, zoals in zijn nieuwe single, de verbinding zoeken met zijn publiek. 

De muziek vond hij al vroeg: als kind zat Sjors graag naast de pick-up of tussen zijn cassettebandjes, herinnert hij zich. “Dan deed ik mijn ogen dicht en ging helemaal op in de muziek. Mijn ouders musiceerden zelf niet, maar luisterden wel veel en nadat ze scheidden, had ik twee huizen waarin veel muziek werd gedraaid.” Bij zijn moeder hoorde Sjors ABBA en Nederlandstalige helden als Robert Long en Herman van Veen, bij zijn vader Simon & Garfunkel. Ook Leonard Cohen werd ‘als een soort chipje al jong ingevoerd’. Frank Boeijen ontdekte hij zelf, en nog iets later ook de Franstalige muziek. 
Dat hij zelf kon zingen, realiseerde Sjors zich nadat de muziekjuf hem een compliment maakte over zijn zangstem. Hoewel dat hem nog weinig zei, ging hij er wel iets mee doen: hij zong bij de kerstviering en in de eindmusical, en won in groep 8 een Soundmixshow op school. Maar dat het zijn vak zou worden, was nog een ver-van-zijn-bed-show. Na de middelbare school probeerde hij de Pabo, maar haakte al snel weer af. Hij trok naar Amsterdam, werkte even als steward bij Martinair en veel in de horeca. Pas toen hij begin twintig was, kwam het liedjesschrijven. Intussen deed hij veel audities voor academies voor uitvoerende kunsten. “Met theateropleiding De Trap ben ik al snel weer gestopt; ik wilde niet acteren, maar zíngen, besloot ik. Meerdere malen heb ik de Kleinkunstacademie geprobeerd, maar werd steeds afgewezen. Destijds was ik daar erg boos over, maar achteraf denk ik: waarschijnlijk was ik daar ook weggelopen, omdat ik te eigenwijs ben en het op mijn manier wilde doen”, zegt hij lachend. 

Die opleiding werd het niet, dus besloot Sjors het op eigen kracht te doen. In 2008 won hij de Publieksprijs bij het Concours de la Chanson in de Kleine Komedie. “Dat was een openbaring: ik kan dus toch iets, dacht ik.” Hij maakte zijn eerste album Een Nacht, dat in 2011 uitkwam. Toen desondanks het grote succes uitbleef, besloot hij in 2014 mee te doen aan The Voice of Holland. “Inmiddels was ik tien jaar bezig en wist wat ik wel en vooral niet wilde. Ik heb bedongen dat ik alleen Nederlandstalig mocht zingen; Nederpopliedjes en vertaalde chansons.” Sjors werd tweede achter Og3ne en alles veranderde: dit was wél de boost die zijn carrière nodig had. Hij trad op in het Concertgebouw, waar hij een recordaantal van tienmaal de kleine zaal uitverkocht, bracht zijn liveplaat Klassiekers in Het Concertgebouw uit én zijn tweede studioalbum, Met Elkaar, uit 2017.

Inmiddels heeft hij meerdere theatertours op zijn naam staan en mag Sjors zich de chansonnier van Nederland noemen. “Van dit moment dan misschien, dat zou een compliment zijn”, blijft hij zelf bescheiden. Maar ja, geeft hij toe, dat soort luisterliedjes liggen hem het best. “Omdat ik muziek intens en vanuit mezelf beleef, lééf ik die liedjes. Ik kan niet zomaar iets zingen van ‘Lalala’ of ‘Handjes in de lucht’, maar wil écht in zo’n tekst duiken. Dat voelt mijn publiek aan; daardoor begrijpen ze waar het over gaat. Of het nu Franstalig is of, meestal, Nederlands. Ik zing niet zozeer het levenslied, maar wel liedjes die echt over het leven gaan en recht het hart in. Mijn muziek is misschien een nieuwe vorm van het chanson, maar ook Nederpop. Die combinatie, dat wil ik maken.” 
Teksten zijn voor Sjors ontzettend belangrijk. Hij schrijft veel zelf, maar krijgt er ook veel van Belinda Meuldijk. Niet voor niets is een van zijn grote invloeden Rob de Nijs, net als Boudewijn de Groot en natuurlijk nog altijd Frank Boeijen. Hun liedjes brengt Sjors op het podium ook regelmatig ten gehore. “Bestaande liedjes moet ik goed aanvoelen om ze eigen te maken. Niet beter of heel anders; ik wil altijd de oorspronkelijke artiest in ere houden. Ik probeer elk liedje in zijn waarde te laten, maar zing het op mijn manier: met mijn stem, intentie en gevoel. Zelf schrijf ik het best onder druk. Ik kan geen noten lezen, maar hoor de muziek in mijn hoofd en maak er met mijn muzikanten dan iets moois van. Niet alleen voor mezelf; ik hoop dat mensen er troost en blijheid uit kunnen halen.”

Zijn laatste tournee, de theatershow naar aanleiding van zijn meest recente album Altijd Zo Gegaan uit 2019, moest hij toen de corona opdook vroegtijdig afbreken. De tour die hij in september samen met Tommie Christiaan zou doen, werd ook uitgesteld. “Van het afgelopen jaar raakte ik een soort verdoofd”, legt Sjors uit. “Het was een situatie waar ik niet zomaar inspiratie uit kon halen. Als je niet kunt optreden, doe je het als artiest voor een deel eventjes niet. Het was een klap, en het duurde echt een tijdje voordat ik weer creatief bezig kon.”
Gelukkig eindigde het jaar beter, met een nieuw platencontract en plannen voor zijn nieuwe single Dan Maken We Het Land, een EP en uiteindelijk een album. De tour die dezelfde titel als de single kreeg zou eigenlijk begin januari starten, maar is uitgesteld. Voor nu tot begin februari, maar wie weet, in deze gekke tijd… 
Toch heeft Sjors ook daarnaast al volop plannen voor 2021. In augustus treedt hij voor de vijftiende keer op in het Concertgebouw met de voorstelling Liedjes Van De Lage Landen, samen met gasten Paul Groot, Renée van Wegberg en David Vandyck. “Daar brengen we de mooiste Nederlandse en Vlaamse liedjes, deels ook de keuze van mijn gasten. Muzikaal wordt het vrij breed, maar niet te moeilijk. Het moet een feestje zijn zoals elk jaar dat ik er sta, dat is eigenlijk traditie geworden.” In oktober is Sjors ook nog een van de zangers in de voorstelling De Dag Dat Ik Robert Long Ontmoette, een reprise van twee jaar eerder. 

Met een goed team om zich heen van muzikanten, management en een nieuw platenlabel is Sjors klaar voor het nieuwe jaar. Zijn carrière gaat nu zoals hij vroeger hoopte. “Het is fijn dat mijn naam meer gevestigd is. Tegelijk ben ik iemand die nooit opgeeft. Ik zal altijd door blijven gaan, die drive blijf ik houden, ondanks mindere tijden door corona of andere redenen. Zoals nu wil ik nog jaren doorgaan. Mét optreden dan, want dat is waar ik de meeste energie van krijg. Als je niet kan doen wat je wil, is dat pittig. Maar”, besluit hij positief, “des te groter is de vreugde als het weer kan!